CS030 op het WK Gran Fondo in Schotland

Op vrijdag 4 augustus werd het UCI wereldkampioenschap Gran Fondo in het Schotse Perth verreden als onderdeel van het Super WK dit jaar in Glasgow. Op het WK Gran Fondo, dat jaarlijks wordt gehouden, wordt op een volledig afgesloten parcours in verschillende leeftijdscategorieën voor heuse regenboogtruien gestreden. Om te mogen deelnemen moet je in een van de 27 kwalificatiewedstrijden, die over de hele wereld worden georganiseerd, bij de beste 25 procent van je leeftijdscategorie finishen. Voor de fanatieke amateurwielrenner in het internationale circuit is dit WK zo’n beetje het hoogst haalbare op sportief vlak. Dit jaar was er een glooiend parcours van ruim 158 km met zo’n 1.800 hoogtemeters door de heuvelachtige Perthshire uitgetekend.

Van de CS’ers die zich gekwalificeerd hadden, zijn er maarliefst 11 afgereisd naar Schotland om, in het nationale tricot (oftewel; het shirt waarin Matthieu van der Poel wereldkampioen werd!) afgetopt met CS-logo en sponsoren, CS030 te vertegenwoordigen. Voor de een was het WK een specifiek sportief doel, voor de ander was het überhaupt kunnen kwalificeren al een doel waar eerder dit jaar naar toegewerkt was. Hieronder van al deze CS’ers een persoonlijke inkijk in de beleving van hun WK, te beginnen bij de kersverse wereldkampioen! 

Wies de Jong (WERELDKAMPIOEN in de categorie F35-39)

“Ik geloof dat ik gewonnen heb!” was de eerste reactie van een beduusde Wies toen ze over de streep kwam. Een mengeling van ongeloof en blijdschap was duidelijk te lezen op haar gezicht. “Je staat bovenaan in de uitslagen! Kijk maar!” wist Fons enthousiast te vertellen. Omringd door haar uitgelaten ploeggenoten begon het besef langzaam bij haar door te dringen dat de overwinning echt was. 

“Ik zet m'n geld in op Wies!” werd de avond voorafgaand aan de wedstrijd nog geroepen door een teamgenoot. Had je Wies vooraf naar haar ambitie gevraagd, dan had ze voorzichtig “Top 10 zou een fantastisch resultaat zijn” gezegd. Van een overwinning durfde ze niet eens te dromen.

Het lukte Wies de hele race om goed voorin het peloton te rijden, al leek een goede uitslag niet de hele wedstrijd binnen handbereik. “Mijn tactiek was om strak in het wiel van de voormalig wereldkampioen te rijden. Want ik wist, zij blijft voorin en zal reageren op alle aanvallen. Maar aan het begin van de laatste lange klim, tijdens het zoeken naar de soigneur Sjoerd, zat ik niet op te letten en werd er een ontsnapping op touw gezet. Die miste ik en vervolgens moest ik een gat dichtrijden. Dat lukte wel, maar daarna begon pas het zware deel van de klim en moest ik toch weer lossen. Uiteindelijk kon ik met een groepje toch weer terug rijden naar de kopgroep en toen dacht ik ineens, alles is nog mogelijk! Vanaf toen heb ik de eindsprint honderd keer zitten oefenen in mijn hoofd.” In de laatste kilometer zat namelijk nog een scherpe 180 graden bocht, was het een smalle weg en liep het nog gemeen valsplat op tot aan de eindstreep. “Vera sprak me nog moed in en zei dat ik goed moest blijven eten en drinken én vooral niet te veel werk meer op kop moest doen. De laatste 5km ben ik continu bezig geweest mezelf goed te positioneren en toen de sprint kwam, heb ik echt alles, alles, alles gegeven!” “Nouja, toen werd het dit haha..” Stamelt ze. “Dit had ik echt niet durven dromen. Het Wilhelmus op het podium, de medaille en bovenal de regenboogtrui zijn nog steeds echt!”


Vera Otten (5e in de categorie F19-34)

Lachend kwam Vera over de streep bij haar eerste Gran Fondo in de Vogezen in mei van dit jaar. Ze had onderweg eigenlijk alleen maar genoten en zich ook nog eens geplaatst voor het WK. Maar daar wilde ze niet naartoe, ze dacht dat ze daar niks te zoeken had. "Ik ben zo blij dat ik toch naar het WK ben gegaan, ik had het avontuur niet willen missen. Tijdens de wedstrijd zag ik Nina en Wies steeds voorin het peloton rijden en dat motiveerde mij heel erg. Ook de omgeving, de landenshirtjes en het publiek maakten het heel speciaal. Dat we dit samen als groep hebben gedaan, maakt voor mij het avontuur compleet. Wauw, wat was het vet!"

Nina Sender (6e in de categorie F19-34)

De Zuid-Afrikaanse in Utrecht wonende Nina maakte er een kleurrijk geheel van in haar geel-groen-zwarte tenue tussen de andere CS’ers in oranjepakken. Haar teamgenoten schakelen automatisch over naar Engels als Nina begint te praten, maar eigenlijk mag dat niet van haar omdat ze van zichzelf vindt dat ze haar Nederlands moet verbeteren, maar ondertussen is ze al behoorlijk vertrouwd geraakt met de Nederlandse taal.

“Sinds het begin van het jaar heb ik hier nieuwe fietsvrienden gemaakt en het is echt een geweldig mooi avontuur geweest om samen te kunnen trainen en toe te leven naar dit WK. Het gave aan deze wedstrijd is ook dat je in een peloton met alleen maar vrouwen rijdt, dat is vrij zeldzaam bij cyclo’s in de amateursport. Dat je dan de hele dag samen met je teamgenoten (Wies en Vera) in de voorste groep kan koersen is extra cool. En dan wint Wies ook nog eens, unbelievable!”

Op 10km van de finish stonden er in een klein dorpje enkele Zuid-Afrikaanse supporters met vlaggen en versieringen. “Dat was heel speciaal en gaf me nog echt een enorme boost!”

Stan Maassen (80e in de categorie M19-34)

Wat volgens Stan het WK zo bijzonder maakt, is waar het voor staat: een WK dat toegankelijk is voor iedereen. Het geeft een fanatieke amateur de mogelijkheid om in een wedstrijd voor zijn of haar land te strijden voor de wereldtitel. “Ik merkte dat het dragen van het nationale tenue de hele beleving net nog iets specialer maakte dan bij een gewone cyclo. Naast de zo’n ongeveer 50 procent Belgische renners, heb ik in het peloton allerlei nationaliteiten gezien. Van Japanners tot Mexicanen en van Noren tot Zuid-Afrikanen. Bijna allemaal hopen ze (meestal stiekem) zich onsterfelijk te maken door de regenboogtrui te pakken. Na de koers heeft iedereen een eigen verhaal en een unieke ervaring die ze voor de rest van hun leven meenemen. En soms, heel soms, ook een regenboogtrui.”

Timeas Schim van der Loeff (162e in de categorie M19-34)

Volgens Timeas zelf was het halen van het WK al een prestatie op zich. Had je hem een klein jaar geleden verteld dat hij naar het WK zou gaan, dan had hij je recht in je gezicht uitgelachen.

Zijn doel dit WK was dan ook zo veel mogelijk (proberen) te genieten. “Van tevoren zeg je wel dat je zoveel mogelijk van deze speciale wedstrijd wil genieten, maar naarmate de grote dag dichterbij komt loopt de spanning langzaam op en leg je jezelf toch steeds meer druk op om goed te presteren.” Uiteindelijk werd deze wedstrijd voor hem de “perfecte” combinatie van intens afzien en onwaarschijnlijk genieten. “De klappende toeschouwers en springende en juichende kinderen langs het parcours maakten deze beleving echt onvergetelijk. Het gaf me vleugels en kippenvel!”

Robin Meijer (195e in de categorie M19-34)

Dit WK stond eigenlijk helemaal niet op de planning voor Robin. Na een (per on)gelukkige kwalificatie bij de GranFondo Schleck waar hij eerst helemaal niet zou starten was dit toch wel het geval, en wie A zegt, moet ook B zeggen. Voor iemand die normaliter fungeert als brommer was het klimmen een lastige opgave. In combinatie met een minder goede voorbereiding bleek dit helaas ook waar tijdens de koers.

‘’Helaas bungelde ik na de tweede klim op 65 kilometer wat aan de achterkant van het in stukken geslagen peloton. Hierna begon eigenlijk het mooiste deel van de dag. De stress van een groot peloton op onbekende wegen was voorbij en op de klim waar ik er vanaf ging kwam ik een goede vriend tegen. Samen hebben we nog lekker door kunnen rijden naar de finish. Op klimmen en in dorpen stond zo enorm veel publiek dat het bij vlagen deed denken aan de Alp d’Huez tijdens de Tour. Althans, zo voelde het!” En een herhaling in Denemarken? “Misschien wel, iets van revanche nemen op mezelf!’’

Koen Withagen (227e in de categorie M19-34)

Als anti-klimmer was voor Koen kwalificeren voor het WK het hoofddoel van zijn jaar. Wat niet weg nam dat hij er alles aan heeft gedaan om zo sterk mogelijk naar Glasgow af te reizen, want met zijn vorm was niks mis. Toen zijn wedstrijd er na 12km op leek te zitten door materiaalpech, was het dus toch even flink slikken: “Ik heb daarna echt alles of niets gereden om terug in het peloton te komen. Vooraf heb ik tegen mezelf gezegd dat ik alleen spijt wilde hebben van een inspanning die ik wel had gedaan en niet andersom.” 

Helaas lukte het Koen niet meer om de aansluiting te vinden: “Ik heb eerst een uur lang met enorme pest in mijn lijf rond gereden. De feiten dat ik hard getraind had, de hele week al goede wattages reed en dat mijn fiets de dag voor vertrek nog door sponsor De Fietsenmaker volledig gechecked was, deden mij vervolgens echter beseffen dat het ook gewoon pure pech was. Ik kon de knop omzetten en heb de laatste twee uur nog echt genoten van alles om me heen. I will be ba...?”

Dennis Martens (22e in de categorie M35-39)

Aan koerservaring ontbreekt het bij Dennis niet. Als de man met het meeste peloton ervaring, komt iedereen altijd naar hem toe om koersadvies te vragen. In aanloop naar het WK deed hij op de NEB regelmatig nog wat extra koers hardheid op. Je kan Dennis dan ook op geen greintje wedstrijdspanning betrappen. In de dagen voorafgaand aan de race reed hij glunderend door het Schotse heuvellandschap. “Ik heb er zo onwijs veel zin in!”, grijnsde hij wel honderd keer. En dat liet hij ook zien tijdens de wedstrijd. Vanaf het startschot handhaafde hij zich bij de eerste 20 renners van het peloton van 167 renners uit 51 landen. Op alle klimmen reed hij gezwind vooraan mee naar boven. Op de laatste beklimming van de dag moest hij helaas passen en een groep van 9 renners laten rijden. Met het eerste pelotonnetje reed hij richting de finish voor de 10e plaats. In de slotkilometers probeerde hij nog meerdere malen tevergeefs een groepssprint te ontlopen. Koelbloedig zat hij voor de groepssprint uitstekend geplaatst maar werd gesandwiched door twee van onze zuiderburen, waardoor hij de benen stil moest houden en uiteindelijk als 22e over de finish bolde. 

We zagen echter een totaal ander beeld van Dennis wanneer hij twee dagen na het WK bij de profs langs de kant van de weg staat, licht zenuwachtig op en neer dansend als een klein jongetje voor zijn eerste lokale jeugdwedstrijd, ondertussen in de verte turend om te kijken of “ze” er al aankomen. “Kom op jongens, het is koers! Kom snel kijken, ze komen er zo aan! Waar wachten jullie nog op?”

Fons van Dongen (67e in de categorie M35-39)

Bij Fons wakkerde het WK-vuurtje aan tijdens de Gran Fondo Vogezen in 2022; daar ontstond het besef dat plaatsing voor het WK binnen handbereik lag. Dit jaar werkte hij vanaf het begin van het seizoen toe naar diezelfde cyclo in Frankrijk, om daar deze keer WK-kwalificatie ruimschoots binnen te halen. 

Tijdens het WK moest Fons na 60km de eerste groep laten gaan, maar keek hij uiteindelijk toch tevreden terug op zijn rit: “Tijdens de koers voelde het alsof ik de slag had gemist en in de ‘pancake’ groep naar de meet reed, maar al snel na de finish kwam het besef dat ik toch wel trots ben op mijn deelname en het resultaat. Het niveau lag hoog en het was geen schande dat ik op de eerste steile klim de besten niet kon volgen. Deze ervaring smaakt naar meer en volgend jaar in Denemarken hoop ik er weer bij te zijn!”

Goswinus Dijkstra (74e in de categorie M40-44)

Voor Goswinus was dit WK zijn grote doel voor 2023. Na een eerdere deelname in 2018 wilde hij graag nogmaals een poging wagen om te zien hoe ver hij kon komen in dit veld. De benen in de trainingen leken goed, maar dat betekent niet altijd een goed resultaat in een wedstrijd. “Tijdens de wedstrijd heb ik geprobeerd zoveel mogelijk voorin de koers te blijven om te voorkomen dat ik achter een breuk in het peloton terecht zou komen. Op de tweede klim vond Johnny Hoogerland het nodig om eens aan de boom te schudden, maar het lukte de voorste groep, waar ik nog in zat, om hem terug te pakken in de afdaling. Helaas viel mijn ketting er bij het begin van de derde klim af en moest ik van de fiets om dit te herstellen.” De voorste groep was toen al gevlogen. “Zelf kwam ik daarna in een achtervolgende groep terecht waarin niet iedereen evenveel zin had om samen te werken. Na meerdere pogingen om hieruit nog weg te demarreren had ik niet de benen meer om mee te sprinten voor de 40e plek. Al met al was de beleving fantastisch! Ik had graag gezien waar ik had kunnen eindigen zonder pech. Maar eerlijk is eerlijk, voor de eerste plekken had ik niet mee gedaan als ik zag hoe hard die omhoog reden. Op naar Denemarken volgend jaar?”

Bart de Kwaasteniet (142e in de categorie M40-44)

Voor Bart was dit, net als voor de meeste anderen, ook zijn eerste WK. Op voorhand gaf hij aan dat dit niet al te bergachtige parcours hem heel erg aansprak. Met groot enthousiasme vertelde hij hoe zijn race is verlopen? "Overall ben ik heel erg tevreden over hoe ik mijn race heb opgebouwd en de eerste twee uur kon ik goed meekomen in het peloton. Er werd zelfs minder hard gereden dan ik van tevoren had gedacht. In het middengedeelte kwamen we twee klimmetjes tegen. Van tevoren had ik al bedacht om daar wat boven mijn limiet te gaan rijden, met name omdat de laatste 40km relatief makkelijk waren. De klimmen gingen goed, ik kon de kopgroep helaas niet volgen, maar zat er niet ver vanaf. Helaas kreeg ik 38km voor het einde kramp in mijn bovenbenen, ik moest afstappen en kon daarna niet meer hard doorrijden. Dan toch te hard gereden op de klimmetjes?" Bart ging in het harnas ten onder dus, maar kwam desalniettemin met een positief gevoel over de finish! “There is always room for improvement! So, hopefully see you next year in Denmark!?” waren zijn befaamde woorden tegen de Schotse interviewer. 

Tot slot

Benieuwd naar meer verhalen of ben je benieuwd hoe je misschien ooit zelf mee kan doen, vraag deze CS’ers hier vooral naar tijdens een CS-bijeenkomst of een ritje op de fiets. Ze vertellen je er graag over!

Alle uitslagen van het WK Granfondo zijn hier terug te vinden.

Nieuws Overzicht