Fietsregels

CS030 heeft als doel om samen beter te leren fietsen. Als we in clubverband met elkaar fietsen, geldt dan ook een aantal regels. Deze regels zijn er voor leuke, uitdagende, duidelijke en bovenal veilige ritten. Ze zijn er niet alleen voor jou, maar ook voor de veiligheid van je medefietsers en andere weggebruikers.

Materiaal

  • Zorg dat je materiaal in orde en degelijk is. Dit voorkomt onvoorziene en onveilige situaties voor jou, de andere leden en andere weggebruikers.
  • Zonder stuurdoppen aan beide uiteinden van je stuur mag je niet deelnemen aan een training (vanwege de kans op ernstig letsel bij een onverhoopte val).
  • Tijdens een gezamenlijke training heb je altijd een reservebinnenbandje en een pompje of patroon bij je.

Kleding

  • Een helm is verplicht. Zonder helm mag je niet deelnemen aan trainingen van CS030. Zie ook www.gebruikjekop.nl.
  • Kleding is aangepast aan de weersomstandigheden: een regenjasje bij regen, een lange broek en lange handschoenen bij kou.  
    • In CS030-clubkleding ben je het visitekaartje van de vereniging!
  • Aan te raden is tijdens de trainingen altijd ICE-gegevens (telefoonnummer en naam van iemand die in noodgevallen te bereiken is) en een ID-bewijs bij je te dragen. 

Rijden in een groep

  • Als team-/clubleden wijzen we elkaar netjes en met respect op misstanden of ongeregeldheden.
  • Let altijd goed op je voorganger en heb vertrouwen in zijn of haar signalen. Anticipeer op wat er voor je gebeurt. 
  • Realiseer je als voorste rijder(s) altijd dat je nog een hele groep achter je hebt. Samen ben je zo lang als een vrachtwagen! 
  • Bij lek rijden, materiaalpech of andere redenen om te stoppen, wachten we op elkaar en helpen we waar we kunnen. 
  • Alle renners in het peloton dragen eraan bij dat de groep compleet blijft. Dat wil zeggen dat je voorin de groep af en toe even omkijkt (leg zo nodig je hand op de schouder van de rijder naast je). Samen uit, samen thuis! 
  • Tijdens trainingen hoef je alleen van jezelf te winnen. Als je graag wedstrijden wil rijden, vraag dan een van de trainers waar en hoe je dat kunt doen.
  • Niemand rijdt alleen naar huis terug omdat hij of zij het tempo niet aankan. Eerst past de groep het tempo aan, en als dat niet genoeg is, blijft iemand van de groep bij de achterblijver.

Onderweg

  • We houden ons aan de verkeersregels. Dat betekent onder andere dat we NIET door rood rijden. Als een stoplicht op rood gaat terwijl nog niet de hele groep is overgestoken, wachten degenen die als eersten zijn overgestoken aan de overkant op de rest.
  • We gedragen ons netjes in het verkeer.
  • Als andere weggebruikers zich ongepast gedragen, gaan we niet in discussie. We blijven rustig, verstandig en fietsen zo snel mogelijk weer verder.

Signaleren

Er is een aantal gevallen waarin je iets roept of gebaren maakt als je iets tegenkomt. Degene die voorop rijdt, roept of maakt een handgebaar dat door de volgende renners wordt overgenomen. In de trainingen komen we hier regelmatig op terug. 

'tegen'Er is een stilstaand of bewegend object of mens aan de linkerkant van de weg en van de groep. De roep ’tegen’ al dan niet gecombineerd met een handgebaar waarna de hele groep weet dat er iets of iemand tegemoetkomt. 

‘voor’ Er is een stilstaand of bewegend object of mens aan de rechterkant van de weg en van de groep. De roep ‘voor’ al dan niet gecombineerd met een handgebaar waarna de hele groep weet dat er ruimte gemaakt moet worden voor iets of iemand die op de eigen weghelft.

‘vrij’Er kan veilig overgestoken worden, er komt niets aan. Dit commando moet niet klakkeloos doorgegeven worden. Dit roep je alleen als je zelf gezien hebt dat de weg vrij is.

‘ho’ De voorste rijder steekt de hand op en roept ‘ho!’. Het commando wordt doorgegeven, maar de andere fietsers houden wel de handen aan het stuur om goed te kunnen remmen.

‘paaltje’Er staat een paaltje of gelijksoortig object (midden) op de weg. De hele groep weet dan dit ontweken moet worden. Let op: bij een paal aan de rechterkant of linkerkant van de weg roep of gebaar je ‘voor’ of ’tegen’.

‘achter’De achterste rijder die ziet of hoort dat een andere weggebruiker de groep wil inhalen, roept ‘achter’. Degene daarvoor herhaalt dit totdat de hele groep weet dat daar rekening mee gehouden moet worden door zo veel mogelijk aan de kant te gaan.

Mores

Ritsen
Dit gebeurt als we in een peloton met tweetallen naast elkaar fietsen en we moeten versmallen naar één rij. De voorste fietsers van het peloton geven zo nodig het commando ‘ritsen’. Van de tweetallen gaat de linkerfietser (degene het dichtst bij het midden van de weg) achter de rechterfietser (degene aan de bermzijde) fietsen. Ofwel: links achter rechts.

SpeeddatenDe manier om van kop te wisselen. We rijden in een peloton met twee rijen fietsers naast elkaar. Na enige tijd zet de fietser linksvoor even aan om voor de fietser rechtsvoor te gaan rijden en sluit iedereen achter hem of haar aan tot we allemaal weer twee-aan-twee rijden. Eventueel geeft de fietser linksvoor het signaal te willen draaien.

Kop-over-kopEen versnelde speeddate waarin doorlopend van kop wordt gewisseld (‘doordraaien’). Als de wind van rechts komt draait de voorste renner van de linkerrij op kop  en rijdt  de linkerrij steeds iets harder  dan de rechter. Als de wind van links komt draait de voorste renner uit de rechter rij op kop. Op die manier ontstaat een ronddraaiende ketting waarbij iedereen zo veel mogelijk uit de wind wordt gehouden.